”Het recht jezelf te verdedigen”. (Het zieke intellect in de praktijk.)Hoever mag je gaan om jezelf en je spullen te verdedigen? De laatste tijd worden we steeds vaker geconfronteerd met voorbeelden waarbij het zelf- verdedigingsrecht met steeds meer geweld gepaard gaat.Volgens de wet mag een burger echter geen geweld gebruiken op enkele uitzonderingen na. Zo mag een burger, wanneer hij iemand op heterdaad betrapt, de dader staande houden en hem overdragen aan een opsporingsambtenaar. Daarbij mag gepast geweld gebruikt worden. Ook wanneer iemand wordt aangevallen mag hij zijn lijf, zijn eerbaarheid en zijn goederen verdedigen (noodweer) Tweede -Kamerleden Laetitia Griffith (VVD) en Jan de Wit (SP), beiden jurist, buigen zich over enkele cases en geven hun mening over het toegepaste geweld in die situaties. Twee begrippen zijn van belang: proportionaliteit en subsidiariteit. “Was het gebruikte geweld gepast? En was er een andere oplossingsmogelijkheid geweest? “ Zegt mevrouw Griffith. De Wit vult aan: “enig geweld is toelaatbaar. Maar je mag niet zomaar een grens overschrijden:” Reeds tal van jaren wordt er over het onderwerp “Jezelf te verdedigen”, op een ONREALISTISCHE manier, in zowel de algemene pers, Dagbladen, Weekbladen enz., gediscussieerd, alsook door zogenaamde juridische “deskundigen”. Ik heb de stellige indruk dat onze huidige juristen niet weten waarover zij praten / schrijven als het onderwerp zelfverdediging ter sprake komt. Wat is er nu werkelijk aan de hand: Artikel 1 van de grondwet, van 1983, is echter een onmogelijk artikel, omdat allen, is “een ieder”, is ieder mens, gelijke rechten krijgt. Het artikel vind ik zelfs absurd. De woorden “op welke grond dan ook” is overgenomen door de regering van een amendement van de communist (wijlen) Bakker: genoemde woorden hebben verstrekkende gevolgen, opdat ook een crimineel, die zich buiten het rechtsbestel plaatst, door middel van een criminele daad, bescherming kan genieten en gelijk gesteld wordt met anderen die dat niet hebben gedaan. A. In het Burgerlijk Wetboek, boek 6, Titel 3, Afdeling 1 artikel 162 staat: B. In het “Burgerlijk Wetboek”, boek 6, Afdeling 10, artikel 108 sub 1. Het daderschap is kennelijk een vergeten begrip. En, kennelijk, is artikel 1 van de Grondwet met opzet geredigeerd zoals die nu is. Onder DADER is te verstaan de persoon die het subject is van een rechtens relevante gedraging en met name van een gedraging met ongewenste gevolgen. De menselijke natuur wordt daarbij geheel buiten het spel gezet, dat van m.n. het noodzakelijke zelfbehoud. De gehele natuur – de “Flora en Fauna”-, stoelen op hetzelfde beginsel, namelijk “het (zelf)behoud van de soort. Bij de mens is dat een zeer sterk ontwikkeld fenomeen en daar kan niemand omheen. Vooral juristen met een links politieke attitude – het in de bres staan voor de zwakken -, slaan de plank volledig mis, als zij menen dat bij doodsbedreiging een “gepast (tegen) geweld” als eis kan worden gesteld ( proportionaliteit). Het gedogmatiseerde van het “allen gelijk zijn” is desastreus in uitvoering en de haalbaarheid is “utopisch” van aard. (In Amerika is onlangs [ juni 2012] een dader, van het verkrachten van een meisje van 4 jaar, door de vader van dat meisje doodgeslagen. De vader wordt niet vervolgd. Terecht is dat een juiste beslissing omdat de “onverlaat” geen enkel gevoel voor verantwoordelijkheid en respect had tegenover een kind van 4 [vier] jaar. Dat de vader buiten zinnen was is zeer begrijpelijk) Bij het plegen van een daad, MOET een individu, die inbreuk maakt op andermans recht, waardigheid én de onaantastbaarheid van die ander niet heeft erkend, óf de onschendbaarheid van die andere persoon volledig uit het oog verliest, door mogelijk sociaal pathologische omstandigheden, er rekening mee moet houden dat er fysieke tegenstand kan worden geboden dat hem volledig kan overrompelen als gevolg van zijn deviant gedrag. Overigens geldt dit voor alle geweldsdelicten. Dr. Trimbos, spreekt over de twee grote beginselen in de strafrechtspraak: 1e. verantwoordelijkheid van de dader. 2e. de wettelijkheid van de straffen. De verantwoordelijkheid van de dader wordt dus als eerste genoemd. Het O.M. benadrukt deze verantwoordelijkheid van de dader niet in voldoende mate. Het slachtoffer wordt door het O.M. op een gelijke juridisch niveau geplaatst als die van de dader, en dát is onjuist, zelfs uiterst ongewenst. Immers, de DADER plaatst zich buiten (onder) het juridisch niveau van het slachtoffer vanwege zijn crimineel (deviant) gedrag! Zodat: een onschuldig mens kan, door zichzelf te verdedigen, nimmer schuldig worden bevonden als hij / zij slechts het natuurlijke recht gebruikt te willen overleven en mogelijk zijn aanvaller verwond of dood, indien zijn / haar leven daardoor wordt gewaarborgd. Iedereen die dat ontkend is in mijn ogen labiel en onkundig ter zake. (Er zijn genoeg voorbeelden die aangeven hoe het huidige beleid van het OM de maatschappelijke verhoudingen deformeren en zeker niet werkt ten gunste van het imago van het OM.) We moeten heel goed begrijpen dat er mogelijkerwijs levenslange frustraties zijn en dat de levensloop van slachtoffers, buiten hun schuld, geheel anders kan worden dan wat het slachtoffers er zich van had voorgesteld. Voorbeeld: Als een medisch student zich een beroep als chirurg had voorgesteld en hij wordt overvallen door een stel hangjongeren waarbij geweld moet worden gebruikt om zich te verdedigen en bij verdediging aan twee vingers ernstig blijvend letsel heeft opgelopen omdat hij heeft nagedacht over proportionaliteit en subsidiariteit, voor hem de toekomst als chirurg niet rooskleurig is Als hij bij zijn zelfverdediging zijn volledige “gevechtscapaciteit” had gebruikt dan had hij geen letsel opgelopen en zijn toekomst veilig gesteld. Het recht jezelf te mogen verdedigen is een natuurlijk recht en daarvan kan en mag niet van worden afgeweken. Als het slachtoffer eerst moet nadenken over “Proportionaliteit of “Subsidiariteit”voordat hij zichzelf moet verdedigen is het slachtoffer bij voorbaat kansloos. De eis, dat bij zelfverdediging aan het slachtoffer wordt gesteld, in die vorm zoals dat hierboven is aangegeven, is dan ook buiten de proporties van eisen en dus onaanvaardbaar. (In het tweede deel van artikel 41 (zie boven) staat: “Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijke gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt: wat houdt die “overschrijding van de grenzen dan in? Een grens stellen bij zelfverdediging is onmogelijk omdat zelfs bij in het bezit hebben van een wapen, dat immers verboden is, het slechtoffer deze, naar mijn overtuiging, mag gebruiken) |
In het voorgaande hoofdstuk is duidelijk geworden dat niet de intellectuele prestatie van belang is doch dat er een gevoelsmatige interpretatie is dat niet overeen komt met aanvaardbare maatschappelijke gewoonten en / of rechtvaardigheidsgevoel.
In dit geval noem ik dat “het zieke intellect”, omdat natuurlijke elementen, zoals het zelfverdedigings-gedrag, door het intellect wordt afgewezen op grond van macht, prestige en/of een gebrek aan bevattingsvermogen.
Ik moet helaas constateren dat veel “intellectuelen” niet alles begrijpen wat de natuur in feite inhoudt en de structuren van “de natuur” niet past bij hun ambities. Dat is uiterst zorgelijk en, naar mijn mening, zelfs pathologisch van aard.
A.R. Girbes sr.