“Het recht jezelf te verdedigen”.( Het zieke intellect in de praktijk)

Het recht jezelf te verdedigen”. (Het zieke intellect in de praktijk.)Hoever mag je gaan om jezelf en je spullen te verdedigen? De laatste tijd worden we steeds vaker geconfronteerd met voorbeelden waarbij het zelf- verdedigingsrecht  met steeds meer geweld gepaard gaat.Volgens de wet mag een burger echter geen geweld gebruiken op enkele uitzonderingen na. Zo mag een burger, wanneer hij iemand op heterdaad betrapt, de dader staande houden en hem overdragen aan een opsporingsambtenaar. Daarbij mag gepast geweld gebruikt worden. Ook wanneer iemand wordt aangevallen  mag hij zijn lijf, zijn eerbaarheid en zijn goederen verdedigen (noodweer) Tweede -Kamerleden Laetitia Griffith (VVD) en Jan de Wit (SP), beiden jurist, buigen zich over enkele cases en geven hun mening over het toegepaste geweld in die situaties. Twee begrippen zijn van belang: proportionaliteit en subsidiariteit. “Was  het  gebruikte geweld gepast? En was er een andere oplossingsmogelijkheid geweest? “ Zegt  mevrouw  Griffith. De Wit vult aan: “enig geweld is toelaatbaar. Maar  je  mag  niet  zomaar  een  grens  overschrijden:”

Reeds tal van jaren wordt er over het onderwerp “Jezelf te verdedigen”,  op een  ONREALISTISCHE  manier, in zowel de algemene pers, Dagbladen, Weekbladen enz., gediscussieerd, alsook door zogenaamde juridische “deskundigen”.
Ik heb de stellige indruk dat onze huidige juristen niet weten waarover zij praten / schrijven als het onderwerp zelfverdediging ter sprake komt.

Wat is er nu werkelijk aan de hand:
in artikel 4, van de Grondwet van 1963, staat het volgende:
”Allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevinden, hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen.”

De wet (van 1963) was duidelijk en iedere vorm van misverstand was afwezig.
( In het wetboek van Strafrecht, de zeventiende druk, en bijgewerkt tot 1 februari 1960, staat in artikel 41 het volgende: “Niet strafbaar is hij die een feit  begaat, geboden door noodzakelijke  verdediging van eigen of eens  anders lijf, eerbaarheid of goed  tegen ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding”)
De wijziging van genoemd(e) artikel(en)  heeft in feite het karakter van een ontkenning  van het recht op zelfbescherming.  Zelfbescherming, van zowel lijf en goed, is een natuurlijk recht,  waarvan niet kan worden afgeweken.  In plaats van genoemd artikel is het dogma “Allemaal gelijk”gekomen. ( Art.1, van 17 februari 1983 van de Grondwet) “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen behandeld.”

Artikel 1 van de grondwet, van 1983,  is echter een onmogelijk artikel, omdat  allen, is “een ieder”, is ieder mens,   gelijke rechten  krijgt. Het artikel vind ik zelfs absurd. De woorden “op welke grond dan ook” is overgenomen door de regering van een amendement van de communist  (wijlen)  Bakker: genoemde woorden hebben verstrekkende gevolgen, opdat ook een crimineel, die zich buiten het rechtsbestel plaatst, door middel van een criminele daad, bescherming kan genieten en gelijk gesteld wordt met anderen die dat niet hebben gedaan.
Waardoor en Waarom?

In elk “Handboek der Psychiatrie” zijn grondbeginselen omschreven die te maken hebben op het “zichzelf zijn, de grondtrekken die daarop betrekking hebben in de relatie tot de ander. Ik citeer: “Een persoonlijkheid die defensief is en voor zijn rechten durft op te komen én datgene dat hij denkt ook durft te zeggen en verdedigen is een kenmerk door een durven handhaven van eigen levensvormen.”

Dus ook in de psychiatrie is erkenning van eigen levensvormen ondubbelzinnig aanwezig en dat het ( een) individu deze vorm ook mag ( moet) verdedigen. Verdediging van eigen levensvormen, hoe ook genaamd, is niet vervangbaar door ongeacht welke juridisch technische omschrijving dan ook, met uitzondering van criminele levensvormen en / of milieus.  De veroordelingen, door de rechterlijke macht, van verdedigers van redelijke natuurlijke verdediging van eigen levensvormen, is m.i.  een zuiver  politiek links dogmatische, en dus “onmiskenbaar” absurd.

A. In het Burgerlijk Wetboek, boek 6, Titel 3, Afdeling 1 artikel 162 staat:
-1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
-2.  Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een INBREUK OP EEN RECHT en  een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer  betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigheidsgrond.

B. In het  “Burgerlijk Wetboek”, boek 6,  Afdeling 10, artikel 108 sub 1.
”Indien iemand ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor de ander jegens hem aansprakelijk is overlijdt, is die ander verplicht tot vergoeding van de schade door het derven van levensonderhoud”.
C. Naast het burgerlijk wetboek is er het ontwerp van de Europese grondwet.
In Hoofdstuk 1, Waardigheid: staat in artikel 1. ”De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.
D.  In,  de  “Universele Verklaring van de Rechten van de Mens”,  artikel 3  het volgende:”Een ieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon”.  (De Rechten van de mens heeft meer betrekking op bescherming van inwoners van een land die mogelijk door “hun” overheid” worden belaagd.)
Artikel 5.
Niemand  zal onderworpen worden aan folteringen, nog aan wrede, onmenselijke  of onterende behandeling of bestraffing. ( Hierbij dient eigenlijk te worden vermeld dat art. 5 betrekking heeft op -door de wet vertegenwoordigde gezag of  wettelijke constitutionele systemen of overheden)

Het menselijk natuurlijk gedrag is een gedrag van het “constante zelfbehoud”. Over de noodzaak en wijze van zelfbehoud is reeds veel geschreven, vooral juristen willen een juridisch sluitende redenering hebben, maar tot op heden is er geen bevredigende oplossing aangedragen en / of gevonden.

Het daderschap is kennelijk een vergeten begrip. En, kennelijk, is artikel 1 van de Grondwet met opzet geredigeerd zoals die nu is.

Onder DADER is te verstaan de persoon die het subject is van een rechtens relevante gedraging  en met name van een gedraging met ongewenste gevolgen.
Moeder natuur (de menselijke factoren die in herent zijn aan het mens zijn)  laat zich nu eenmaal niet leiden door juridische stellingen en/of eisen die incoherent zijn aan het menselijk gedrag.  De eis van proportionaliteit (Gepast geweld) en subsidiariteit (een andere oplossingsmogelijkheid) is een oneigenlijke eis (misbruik vanuit een machtspositie) om een juridische interferentie (twee bewegingen die elkaar belemmeren)  te overbruggen om tot een sluitend geheel te komen. Het invalideren van het recht op zelfbescherming is indecent.

De menselijke natuur wordt daarbij geheel buiten het spel gezet, dat van m.n. het noodzakelijke zelfbehoud. De gehele natuur – de  “Flora en Fauna”-, stoelen op hetzelfde beginsel, namelijk “het (zelf)behoud van  de soort.

Bij de mens is dat een zeer sterk ontwikkeld fenomeen en daar kan niemand omheen.

Vooral juristen met een links politieke attitude – het in de bres staan voor de zwakken -, slaan de plank volledig mis, als zij menen dat bij doodsbedreiging een “gepast (tegen) geweld” als eis kan worden gesteld ( proportionaliteit). Het gedogmatiseerde van het “allen gelijk zijn” is desastreus in uitvoering en de haalbaarheid is “utopisch” van aard.
Een persoon die een andere persoon aanvalt met het oogmerk zich te verrijken door middel van roof en het daaraan relevante gedrag  van geweld, doodslag als gevolg van de aanval,  zet zich geheel buiten het spel van wat we met elkaar hebben afgesproken.

(In Amerika is onlangs [ juni 2012] een dader, van het verkrachten van een meisje van 4 jaar, door de vader van dat meisje doodgeslagen. De vader wordt niet vervolgd.  Terecht is dat een juiste beslissing omdat de “onverlaat”  geen enkel gevoel voor verantwoordelijkheid en respect had tegenover een kind van 4 [vier] jaar. Dat de vader  buiten zinnen was is zeer begrijpelijk)
Als een persoon,  die geweld uitoefent,  zichzelf  BUITEN het maatschappelijke spel plaatst, heeft die persoon eerder in de tijd een BEWUSTE keus gemaakt om zichzelf buiten de maatschappelijke realiteit te positioneren door een gekozen deviant gedrag”. Afgezien  de toerekeningsvatbaarheid is de wils- handeling van de dader doelgericht geweest.

Bij het plegen van een daad, MOET een individu,  die inbreuk maakt op andermans recht, waardigheid  én de onaantastbaarheid van die ander niet heeft erkend, óf de onschendbaarheid van die andere  persoon volledig uit het oog verliest, door mogelijk  sociaal pathologische omstandigheden,  er rekening mee moet  houden dat er   fysieke  tegenstand kan worden geboden dat hem volledig kan overrompelen als gevolg van zijn deviant gedrag. Overigens geldt dit voor alle geweldsdelicten.

Dr. Trimbos, spreekt over de twee grote beginselen in de strafrechtspraak:

1e. verantwoordelijkheid van de dader. 2e. de wettelijkheid van de straffen. De verantwoordelijkheid van de dader wordt dus als eerste genoemd.

Het O.M. benadrukt deze verantwoordelijkheid van de dader niet in voldoende mate. Het slachtoffer wordt door het O.M. op  een gelijke  juridisch niveau geplaatst als die van de dader, en dát is onjuist, zelfs uiterst ongewenst.

Immers, de DADER  plaatst zich buiten (onder)  het juridisch niveau van het slachtoffer  vanwege zijn crimineel  (deviant) gedrag!  Zodat: een onschuldig mens kan, door zichzelf te verdedigen, nimmer schuldig worden bevonden als hij / zij slechts het natuurlijke recht gebruikt te willen overleven en mogelijk zijn aanvaller verwond of  dood, indien zijn / haar leven daardoor wordt gewaarborgd. Iedereen die dat ontkend is in mijn ogen labiel en onkundig ter zake.
De wijze waarop de overrompeling mag geschieden,  zoals dat nu wordt verwoord  door Laetitia Griffith   (VVD) en Jan de Wit  (SP), en dat de verdedigende partij eerst moet nadenken  over Proportionaliteit en Subsidiariteit,  is absurd. Het is  een typisch juridische miskleun en een “Aggiornamento” zonder rekening te houden met uiterste consequenties. Hun standpunt vind ik absoluut onnozel. Zij zijn ook slachtoffer van de betekenis van de Latijnse woorden “Caeterum cenceo.”( Een herhaaldelijk uitgesproken mening)
Duidelijk
anders is het indien de verdedigende partij,   nadat het gevaar volledig is geëlimineerd, zich na dagen alsnog van geweld bedient, uit zuivere gevoelens van wraak, een ander ernstig letsel toebrengt. Dan begrijp ik dat proportionaliteit op zijn plaats is en er sprake kan zijn van “ het eigen rechter spelen”.
Dat er in de huidige maatschappij geen wraakgevoelens “mogen zijn”,  en deze toch aanwezige wraakgevoelens ook niet mogen worden geuit,  is op zich wél wenselijk maar onnatuurlijk. De innerlijke beschaving  heeft het  dus verloren van de natuurlijke behoefde tot  vergelding.  Hier zou dus wel “proportionaliteit en subsidiariteit” kunnen gelden. De menselijke natuur is ook niet door het OM te leiden.

(Er zijn genoeg voorbeelden die aangeven hoe het huidige beleid van het OM de maatschappelijke verhoudingen deformeren en zeker niet werkt ten gunste van het imago van het OM.)

We moeten heel goed begrijpen dat er mogelijkerwijs levenslange frustraties zijn en dat de levensloop van slachtoffers, buiten hun schuld, geheel anders kan worden  dan wat het slachtoffers er zich van  had voorgesteld.

Voorbeeld: Als een medisch student zich een beroep als chirurg had voorgesteld en hij wordt overvallen door een stel  hangjongeren waarbij geweld moet worden gebruikt om zich te verdedigen en bij  verdediging  aan twee vingers ernstig  blijvend letsel heeft opgelopen omdat  hij heeft nagedacht over proportionaliteit en subsidiariteit,   voor hem de toekomst als chirurg  niet rooskleurig is Als hij bij zijn zelfverdediging zijn volledige “gevechtscapaciteit” had gebruikt  dan had hij geen letsel opgelopen en zijn toekomst veilig gesteld. Het recht jezelf te mogen verdedigen is een natuurlijk recht en daarvan kan en mag niet van worden afgeweken. Als het slachtoffer eerst moet nadenken over “Proportionaliteit of “Subsidiariteit”voordat hij zichzelf moet verdedigen is het slachtoffer bij voorbaat kansloos. De eis, dat bij zelfverdediging aan het slachtoffer wordt gesteld,  in die vorm zoals dat hierboven is aangegeven,  is dan ook buiten de proporties van eisen  en dus onaanvaardbaar.

(In het tweede deel van artikel 41 (zie boven)  staat: “Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijke gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt: wat houdt die “overschrijding van de grenzen dan in? Een grens stellen bij zelfverdediging is onmogelijk omdat zelfs bij in het bezit hebben van een wapen, dat immers verboden is, het slechtoffer deze, naar mijn overtuiging,  mag gebruiken)
Juristen, zeker die bij het OM werken, moeten zich bij het juridisch mogelijke houden en niet op de plaats gaan zitten van moeder natuur. Veel natuurlijke omstandigheden zijn juridisch niet aan elkaar te verbinden.   Juristen zouden een beroep moeten doen op
” innerlijke beschaving” en “bescheidenheid”. En, daaraan ontbreekt het tegenwoordig zeker aan als gevolg van het achterlijke dogma dat “iedereen gelijk” is

In het voorgaande hoofdstuk is duidelijk geworden dat niet  de intellectuele prestatie van belang is doch dat er een gevoelsmatige interpretatie is dat niet overeen komt met aanvaardbare maatschappelijke gewoonten en / of rechtvaardigheidsgevoel.

In dit geval noem ik dat “het zieke intellect”, omdat natuurlijke elementen, zoals het zelfverdedigings-gedrag, door het intellect wordt afgewezen op grond van macht, prestige en/of een gebrek aan bevattingsvermogen.

Ik moet helaas constateren dat  veel “intellectuelen” niet alles begrijpen wat de natuur in feite inhoudt en de structuren van “de natuur” niet past bij hun ambities. Dat is uiterst zorgelijk en, naar mijn mening,  zelfs pathologisch van aard.

A.R. Girbes sr.

 

 

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Actueel met de tags , , . Bookmark de permalink.