“Vrije marktwerking” zonder een moraalfilosofie is desastreus in uitwerking.
Het begrip m vrije marktwerking is een heilig woord geworden, voor zowel de liberalen als wel voor neoliberaal (na de tijd van de geleide economie) én voor politici die “geloven” in een economisch onbelemmerde marktwerking.
Het woord “marktwerking” verbergt impliciet ook een sociaal maatschappelijk proces waarvan de uitkomsten uitmonden in sociale modellen aan de positieve zijde van het maatschappelijke spectrum en negatieve modellen kan men dan plaatsen aan de rand van de “sociaalpathologie” of juist de kern raken bij het ontstaan van de “sociaalpathologische” modellen die voorheen niet bestonden en nu een uitwas zijn als gevolg van het onbelemmerde “marktgericht denken”.
Bijvoorbeeld: Analfabeten, sociaal zwakkeren, kunnen niet mee komen of niet aan de eisen voldoen, waardoor er een eigen cultuur bij die groepen ontstaat, waarbij de schade, door crimineel gedrag [deviant gedrag], niet meetelt in de resultaten van het marktgericht denken. Immers: die schade komt voor rekening van de gehele bevolking. Het marktgericht handelen is een economische orde en resulteert in niets anders dan het van God los zijn, geen koning, geen patenten en octrooien en veel zelfzuchtige mensen met de markt als evangelie De legitimering door de politiek is nu juist de angel die er uit moet. Het denkbeeld van een ongebreidelde marktwerking is net zo schadelijk als de uitwassen bij de sociaalpathologie omdat de elite uitsluitend aan zelfverrijking doet en de neveneffecten, dus de maatschappelijke schade, op ongeacht welk gebied, waarop dit betrekking heeft, voor rekening is van de burger. De bankencrisis is daarvan het juiste voorbeeld. Enkele banken zijn genationaliseerd, inclusief de miljarden aan nephypotheken, als gevolg de belastingbetaler voor de schade opdraait. Deze absurditeit vind ik zonder meer misdadig. Dit als mismanagement bekend staande fenomeen is zelfs continu aanwezig. De voorbeelden zijn er te over. Dat het marktfundamentalisme ook wordt gebruikt om nationale regeringen tegen elkaar uit te spelen, is in feite een afpersingspraktijk. Het wetboek van Stafrecht voorziet daarin niet met een strafbaarstelling, ondanks de maatschappelijk ontwrichtende gevolgen. Is het artikel 140 Wetboek van Strafrecht niet voldoende om het schadelijke mismanagement als misdrijf aan te merken? Ook niet als deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven? Een interpretatie van de vrije marktwerking, met het karakter van een strafbaar feit, kan dus niet worden geredigeerd. De gevolgen van een vrije marktwerking is dus absoluut straffeloos ook na een maatschappelijk default. Het ontbreken van een moraalfilosofie is dus wel degelijk de oorzaak van een maatschappelijke ontwrichting. Het liberale beginsel in deze vorm is dus even maatschappelijk deformerend als het dogma van het- allemaal gelijk zijn– dat vanuit de links politieke partijen wordt gepredikt en impliciet een socialistische staat voorstaat. De natuurlijke elementen – het menselijk natuurlijke vermogen- wordt genegeerd. Het “marktfundamentalisme” is een gevaarlijke dwaling”, aldus Prof. dr. Abram de Swaan in zijn artikel:” De vrije markt is een waanidee”. De titel is veel zeggend en eist eigenlijk geen verdere uitleg. Alleen voor de marktfundamentalist is uitleg noodzakelijk. Die geloofd immers in een “vrije markt”, maar deze houdt er geen rekening mee dat de maatschappelijk schade enorm is als het systeem faalt. En, dat is nu evenwel het geval, gelet op de bankcrisis en als een bulldozer door de porseleinkast raast. De wijze waarop heeft Alan Greenspan verwoord: “Ik heb een fout gemaakt in de veronderstelling dat het eigenbelang van organisaties, in soort bank en anderen, zodanig was dat ze het beste konden beschermen tegen hun eigen aandeelhouders en hun eigen vermogen in ondernemingen.” (Vrij vertaald) De moraalfilosofie was heel ver weg. De deugdzaamheid werkte niet. De gevaarlijke dwaling werd dus NIET door Greenspan begrepen.
De rellen, als kettingreactie op het “Globaliseringsproces”, is daarvan een voorbeeld. Het zuiver markt gericht denken en handelen, waarbij de politiek dat mogelijk maakt, is in feite asociaal gedrag omdat een vrije markt een eigen wetmatigheid hanteert. En juist die wetmatigheden is niet democratisch van aard terwijl de vrije markt wordt toegestaan in een democratie. Derhalve, het marktgericht handelen kan als een interventie worden geïnterpreteerd op de wettelijke bescherming van ieder individu: Immers: het marktgericht denken is een omzeiling van wettelijke én morele waarden dat in een normale samenleving thuishoort. Het individu is in een zuiver marktgerichte maatschappij bijzonder kwetsbaar geworden. De menselijke natuur is niet geschikt om marktwerking zonder belemmeringen te kunnen besturen of te ondergaan omdat de marktwerking ook een beroep doet op fatsoen, sociale betrokkenheid en verantwoordelijkheid van een organisatie en/of verantwoording af te leggen aan de maatschappij. Vrije marktwerking is alleen in gezamenlijkheid met gelijkgezinde personen mogelijk zodat het een organisatie is of een keten van personen die de vrije markt beheersen met een moraalfilosofie. In feite is een vrije markt gedachten een fictie: een super opportunistisch en egocentrische gedachtegang waarbij ik het woord schizofrenie niet zal schuwen.
Het individu, de burger, heeft niet gevraagd om een systeem dat monopolistisch is en afhankelijkheid genereert. Voorbeeld: als er slechts alleen één supermarkt in een regio de dienst uit maakt, waar men alles kan kopen, is dat monopolistisch.
Door marktwerking is er een grensoverschrijdend economische macht ontstaan dat niet aansluit op de beginselen van een “constitutionele democratie”.” Het vrije marktfundamentalisme werkt in feite niet als ideeën leer, maar als AFPERSINGSPRAKTIJK door nationale regeringen tegen elkaar uit te spelen.” Aldus Prof. dr Abram de zwaan, in zijn artikel:” Het financieel regime: over de gevolgen van een moderne dwaalleer” ***)
Regels en zekerheden voor industrie en handel hebben geleid tot bloei der economie zonder dat er een oplossing is gekomen om de ondemocratische wetmatigheden van die economische macht in democratische modellen te structureren. De eigen wetmatigheid telde dus boven alles. Deze dwangmatige situatie is dus eenzijdig opgelegd door een niet democratische en het machtsfenomeen “markt”.
De werking van het marktgericht denken heeft zeer vele onacceptabele neveneffecten op wereldschaal teweeggebracht. De ” Rücksichtslosigkeit” is zonder enige vorm van genade en zelfs een afpersingspraktijk schuwt “men” dus niet. Het is dus incommensurabel. (het onmeetbare) “Een vrije marktwerking zonder moraalfilosofie is desastreus”, is maar al te waar gebleken in de praktijk.
De onbelemmerde confrontatie van vraag en aanbod heeft ertoe geleid dat er een wereldcrisis in de financiële sector is ontstaan met als gevolg een duidelijke economische crisis waardoor er een enorme economische schade is en daardoor de armoede gigantisch is toegenomen. De burger heeft, door toedoen van een wettelijk toegestane vrije markteconomie, schade geleden die niet wordt vergoed. Wat is nu het verschil tussen een roofoverval, waarbij de burger € 100.000,- afhandig wordt gemaakt en de onvrijwillige schade die is ontstaan door de vrije markt waarbij de burger eveneens € 100.000,- afhandig is gemaakt door een financiële manipulatie van banken? ( De voorbeelden op Cyprus, waarbij een deel van de spaargelden werden geconfisqueerd, spreekt duidelijk taal)
De financiële consequenties, door de ontstane structurele armoede op megaschaal, wordt op het bord van de gewone burger gelegd. Die wordt aangeslagen voor hogere premies en door belastingverhogingen ter financiering van uitkeringen omdat de werkloosheid nu onafwendbaar is opgelopen. Dat “geld” geen ethiek kent, duidt op een menselijke kant van hebzucht, machtswellust en soms – vaak wel,- grootheidswaan met een daaraan gekoppelde arrogantie. Het megalomane karakter van sommige projecten is absoluut stuitend te noemen: ter completering meld ik dat ook Gemeenten daartoe een bijdrage hebben geleverd. Nog erger is het dat de zinsbegoochelende, fantasmagorische bedragen die topfunctionarissen zich voor bewezen diensten als eindejaarsfooi laten toeschuiven, waren volgens de verstrekkers ” “marktconform”. Ze bedoelen dat een ander bedrijf – al of niet in het buitenland -, dezelfde man ongeveer evenveel aan bonus zou betalen en dat “ze” dus wel moeten, willen ze hem binnenhuis houden. Ze laten zich chanteren. En, chantage kent geen moraalfilosofische gronden. De strafbaarheid van dergelijke chantagemethoden is niet hard te maken voor een juridische vervolging.
Het heeft dus alles te maken met de menselijke natuur en is volledig in strijd met het rechtsgevoel van de burger bij het op deze wijze “marktgerichte denken”, in alle facetten van het maatschappelijke verkeer. Dus inclusief de niet commerciële instituties en/of publieke zaken. Immers, het doelgericht denken op winstbejag verdrukt de ethische waarde. en verantwoordelijkheidsbesef.
Waar het gaat om publieke zaken, zoals de Zorgwet, is troebelheid in de marktwerking een feit na invoering van die wet. De oneigenlijke cultuur van de marktwerking is desastreus in uitkomst omdat ook samenvoeging van zorginstellingen macht voortbrengen en dus verhoging van premies onvermijdelijk is en de hebzucht van “het management” uit het “marktgericht denken” voortkomt. Gezien de “premieplicht” is de zorg beslist geen markt en zeker een ziekenhuis is geen bedrijf van vraag en aanbod.
Zogenaamde zelfstandig ondernemerschap in de zorgsector is natuurlijk heel grote kletskoek omdat de macht het ondernemerschap, de afhankelijkheid als macht heeft en door de wet gesteund. Het is een vorm van “belastingheffing”. Mevrouw Minister Schippers – volksgezondheid-, had het over een solidariteit- premie. Het absolute waarmede ze dat heeft gezegd is een enorme leugen en ik noem dat abject. De premie is rechtelijk afdwingbaar en dat heeft niets te maken met “solidariteit”, dat vrijwillig is. Dat niemand reageerde op dat moment, het was een klein debat bij “Knevel en van de Brink”, doet erg te denken. De alertheid is kennelijk niet meer aanwezig. De maatschappelijk- juridische gespletenheid is duidelijk in de uitspraak aanwezig. Het “aplomb” waarmede de minister haar uitspraak ventileerde is ziekelijk.
Plutocratie, de heerschappij van het grote kapitaal, wordt dus ook gevoed (the backing) door de wet, heeft macht zonder dat de burger enige invloed heeft op democratische structuren dat voor bescherming van die burger moet zorgen. De eigen wetmatigheden van de Plutocratie is juist ondemocratisch in opzet. Het is een “heerschappij” van het grote geld. Het schept “baantjes” voor uitgerangeerde politici.
Marktgericht denken en marktgericht handelen is eigenlijk dus slechts dan mogelijk indien duidelijke wettelijke structuren en er een moraalfilosofische mentaliteit, daaraan ten grondslag ligt. De DSB- bank is juist ten onder gegaan door het ontbreken van een duidelijk “moraalfilosofie” waar ook de huidige economische crisis een gevolg van is.
Ongeacht welke modellen gehanteerd worden, het marktgericht denken en handelen heeft zeer vele nadelen indien er geen zeer duidelijke afspraken en/of gelijkwaardigheid wordt nagestreefd. Want: De kleine winkelier moet op dezelfde wijze bevoorraad en/of handel kunnen drijven als ieder andere grootwinkelbedrijf. Dus, inkoopmogelijkheden op gelijk niveau zijn dus cruciaal voor het klein- en middenbedrijf. Immers, voorfinanciering en/of kredietmogelijkheden zijn voor grote bedrijven eenvoudiger te verkrijgen dan voor de kleine bedrijven met weinig Cashflow. De middenstand wordt op een bijna criminele manier uitgedund door het grootkapitaal. De politiek is de laffe toeschouwer in plaats van dat deze de middenstand een handje helpt. De middenstand is ook een banenmotor en dat wordt als een ziek kindje ter zijde geschoven. Nu de crisis voor een ieder voelbaar begint te worden wordt er steeds meer over een regio-economie gesproken.
De Nederlandse spoorwegen behoren niet in private handen te zijn, evenals de busdienstondernemingen niet. De Nederlandse spoorwegen zijn verdeelt in meerdere kleine bedrijven. Het is er mijns inziens een rommeltje. De scheiding tussen infrastructuur en exploitatie, volgens een Europese richtlijn 1991, komt niet ten goede aan een goed vervoersbeleid. Het mismanagement is bij ProRail niet van de lucht. Mr. Charlie Abtroot, als Kamerlid van de VVD, vond ook dat er bewijzen te over zijn dat het niet deugd.
De Nederlandse spoorwegen dienen weer een staatsbedrijf te worden zonder marktgericht denken omdat de noodzaak van vervoer, gezien het milieubeleid en de noodzaak tot inkrimping van de automobiliteit, de private ondernemingen niet mogen profiteren van een monopoly positie.
Het is immers niet nodig dat er “dividend” wordt uitgekeerd. Daarnaast zijn de spoorwegen een megawerkgever zodat vele ongeschoolde mensen er werk kunnen vinden en geen uitkering nodig hebben. ( Ik zie nimmer de vergelijking van saldi met en zonder uitkeringskosten van de staat der Nederlanden in jaaroverzichten)
Door de ongekende hebzucht van managers zullen deze hun salaris tot miljoenen per jaar opwaarderen bij het “alleenrecht van vervoer van een bedrijf”. Zelfs oud premier dr. Wim Kok zei bij een enquêtecommissie dat de markt ” opwaartse correctie nodig had van het beloningspakket”. Als je op “Nijenrode” gestudeerd hebt is alle mogelijk. Alle beschikbare invectieven zijn eigenlijk hier toepasbaar als reactie.
De Britse vervoerder “Arriva” nam eind 1998 twee VSN bedrijven in het noorden van Nederland over. Een gevolg van het “marktgericht” handelen is dat het nationaal- tariefsysteem onder druk is komen te staan. Daar is niemand bij gebaat. “Arriva” wil winst maken en dat is “marktgericht denken”.
Nog even dit. De belastingbetaler heeft de rekening ontvangen van het marktgericht handelen en denken omdat ook de toezichthouders het hebben laten afweten. Is het “marktgericht denken dan, in dit verband, een vorm van criminaliteit en thuis hoort onder de noemer sociaal pathologie omdat de belastingbetaler het op zijn nek krijgt.”
Dat een overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in het gehele maatschappelijke “ assortiment van handel en dienstverlening” juich ik toe, maar de kredietcrisis heeft bewezen dat de handel niet vrij, dus onbelemmerd, kan functioneren omdat er een duidelijke moraalfilosofie ontbreekt. Dat is mijn grootste zorg en bezwaar tegen het “marktgericht” denken en handelen in een onbelemmerde vorm. Welk vlak wordt betreden indien een gerichte moraalfilosofie ontbreekt bij het marktgericht denken? De vergelijking met het criminele milieu wil ik niet noemen, maar als ik zie waarvoor de burger moet opdraaien om de banken te redden, dan is het verschil niet zo groot.Immers: het boeventuig brengt schade aan de maatschappij toe door de bij de wet verboden handelingen te plegen en het Wetboek van Strafrecht straf oplegt aan de daarin genoemde feiten. Voorbeeld: Diefstal is strafbaar. Is het beheren van spaargelden zonder risico onmogelijk of is de bank altijd gerant voor die spaargelden, ook al heeft de bank op een speculatieve manier een te groot risico genomen waardoor die spaargelden zijn verloren maar het management wel enorme bonussen ontvangt ondanks de verloren spaargelden, niet strafbaar?. Het marktgericht denken en handelen heeft rampzalige bijwerkingen en daar is zeker het publiek niet mee gediend. Dat is duidelijk bewezen. Wist U wel dat economische groei in feite een “mythe” is en dat politici alles proberen om U te overtuigen dat “economische groei” noodzakelijk is om banen te creëren; ook een fictie is. Immers: Door de enorme bevolkingsexplosie zullen energiebronnen heel snel opdrogen en de aarde zal bezwijken onder de druk, en de uitbuiting, die de mens op de aarde legt: dan zal een val naar totale verloedering en oorlog onvermijdelijk zijn. Bevolkingsvermindering is belangrijker dan economische groei. En, laat U niets wijsmaken over nanotechnologie of een andere technologisch wonder, alle problemen wel zal oplossen.
Plutocratie met haar eigen wetmatigheden is, naast het communisme, uiterst verwerpelijk: het dient alleen de machtigen zonder “Ethiek”, en een diepe geestelijke armoede blootlegt. Een moraalfilosofie én alle grondbeginselen van fatsoen is noodzakelijk in een maatschappij waar materialisme, rationalisme en efficiëntie de boventoon aangeeft.Misdaad heeft geen moraalfilosofie, maar dat weet iedereen.
***) Artikel uit: mejudice.nl
7 november 2009. Bijgewerkt op 9 augustus 2012.
A.R. Girbes